Met taal geven mensen de werkelijkheid (zoals zij die ervaren) weer. En die werkelijkheid is niet statisch, maar in beweging. Werkwoorden geven dat weer.
Dus zijn er verschillende soorten woorden:
telwoorden: 1, 2, 3 ....
persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, zij, wij.....
woorden voor betrekkingen tussen mensen: vader, moeder, zoon. dochter
naamwoorden, voor dingen: boom, steen, vuur, brood
en woorden die weergeven hoe dat allemaal met elkaar in verband staat en wat er gebeurt: werkwoorden
ik bak brood op vuur