Omdat ze hier wonen. Maar dat betekent niet dat ze een soort reservenederlanders moeten worden ; ze mogen van mij eten, geloven en dragen wat ze willen, net als iedereen. Maar ze dienen zich wel aan onze wetten en gebruiken te houden en met ons te kunnen communiceren.
Belangrijker is dat mensen ook de kans en de ruimte krijgen om zich aan te passen, voornamelijk door het NIET faciliteren en subsidieren van alles wat integratie of aanpassing in de weg staat. Dat doen ze maar in hun eigen tijd en van eigen geld. Dus geen rare fratsen accepteren,(geen hand geven bijvoorbeeld, maar wat je op je kop hebt maakt niet uit), geen separate clubs en buurthuizen subsidieren, geen segregerende activiteiten sponsoren en strak de hand aan de wet houden.
Mensen reageren uiteindelijk vaak precies zo als je duidelijk en nadrukkelijk van hen verwacht. Natuurlijk blijven er hardleerse exemplaren over, maar die heb je overal, ook binnen de nederlandse samenleving.
Maar integreren is wel een proces dat van twee kanten komt. Mensen die steen en been klagen dat Marrokkaanse vrouwen nauwelijks Nederlands spreken maar zelf ook nog nooit moeite hebben genomen er eentje an te spreken of bij hun clubje te betrekken, kan ik weinig waardering voor opbrengen. Wij hebben op school in de oudercommissie en de knutselclub bijvoorbeeld steevast een paar buitenlandse moeders, en binnen een maand of twee kletsen ze gezellig met alles mee hoor. En na een jaar is er nauwelijks een krom woord meer bij. Integreren is tweerichtingsverkeer.
Allochtonen moeten geen Nederlanders worden en nederlanders geen allochtonen ; we moeten met waardering van elkaars sterke punten proberen een nieuwe weg te vinden in een samenleving die nu eenmaal niet meer wordt zoals die in de jaren 50 was. Het probleem los je niet meer op door alle allochtonen het land uit te zetten, we moeten nu gewoon roeien met de riemen die we hebben.