Om een nieuwe machtsontplooiing te vermijden zoals Hitler die had bewerkstelligd, moest er samenwerking ontstaan. Die samenwerking mondde uit in de oprichting van verschillende politieke en economische organisaties.
Zo ontstond, meteen na de wapenstilstand van Duitsland, de Verenigde Naties. Die moest er op toezien dat de vrede werd gewaarborgd en (na het ondertekenen van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens) dat de mensenrechten niet werden geschonden.
Daarnaast vond ook Europa, als grootste slachtoffer van de nazi's, dat het genoeg was. Eind jaren 40 verenigden België, Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Italië en Duitsland zich tot de EGKS. Van hieruit vond de EU haar oorsprong, maar het was voornamelijk een Politieke en Economische Unie die een tweede "depressie" zoals die in de jaren 30 moest vermijden.
De NAVO was eveneens een product van internationale samenwerking (1949). Deze moest erop toezien dat de 'communistische' dreiging uit de Sovjet Unie geen nieuwe wereldoorlog zou veroorzaken. Maar uiteindelijk was die NAVO slechts een militaire dekmantel om de politieke en economische belangen van de westerse wereld te beschermen.
Ook het IMF (Internationaal Monetair Fonds), de Wereldbank en de G8 werden hierdoor opgericht. Deze organisaties waren een soort dekmantel om nieuwe economische conflicten te vermijden, maar voedden enkel de ontwikkeling van het kapitalisme.
Vandaag de dag zijn al deze organisaties nog steeds actief en vermengen politieke en economische belangen zich met militaire interventies, waardoor internationale sociale controle een globaal gegeven is geworden.