Waarom heet kunst kunst?

Het woord kunst heeft zich als collectief gespecialiseerd tot ‘het werk van schilders, beeldhouwers, musici enz.’, als verkorting van wat men de fraaie of schone kunsten noemde. Deze betekenis is wrsch. in het Duits ontstaan en door het Nederlands overgenomen.

Kunst betekent letterlijk wat je kunt, kunnen, dus goed zijn in een ambacht of techniek. De schilders uit de 17e eeuw en veel eerder (en later) zagen zich dan ook niet als artiesten maar als ambachtslieden, mensen die dus goed waren in hun vak. Pas einde 19e eeuw krijg je een toevoeging van wat zweverig gevoel: je hoeft niets te kunnen als het maar mooi is, of als je je ziel er in gooit. Maar ook nu nog zijn er genoeg kunstenaars, van ( klassieke) musici (topsport!), balletdansers (idem!) en beeldende kunstenaars die verdraaid goed zijn in de techniek en ook nog iets moois of ontroerends of spannends weten te maken of presteren.
In de 17e eeuw was bijvoorbeeld muziek de Sevenste conste en dat is dan weer te herleiden naar de muzen uit de klassieke oudheid.