Is het die verlengsnoer of dat verlengsnoer?

Het verlengsnoer is dit verlengsnoer (dan ligt het ongeveer vlak voor je) en dat verlengsnoer (dan wijs je het iets verder weg aan)

Toegevoegd na 10 minuten:
Het verlengsnoer, dat ik nodig heb.
Naar een het-woord wordt met dat verwezen.

De vrouw die de kinderen van school haalt.
Naar een de-woord wordt met die verwezen.

De keus tussen die en dat hangt niet in alle gevallen af van het woordgeslacht, dat wil zeggen van de vraag of het om een de-woord dan wel om een het-woord gaat. In bepaalde gevallen kan ook naar een het-woord met die worden verwezen. De voorwaarden zijn dat het het-woord een persoon aanduidt en dat het gaat om een uitbreidende bijvoeglijke bijzin:

Het hoofd van onze school, die eigenlijk graag advocaat had willen worden, volgt een deeltijdstudie rechten in Leiden.

In ieder woordenboek bijvoorbeeld www.vandale.nl of www.encyclo.nl is te vinden dat een snoer taalkundig een onzijdig woord is. Dat betekent dat er "het", "dit'' en "dat" bij hoort. Bij taalkundig mannelijke en taalkundig vrouwelijke woorden hoort "de", "deze" en "die".

Je broer heeft dus gelijk.

Het snoer, dus ook dit snoer en dat snoer.

Alleen in de betekenis "lichtekooi" is het "de snoer". (Uit de uitdrukking "hoeren en snoeren".)

Toegevoegd na 4 minuten:
Broer heeft dus gelijk. "De snoer" is net zo fout als "de vliegtuig", dat we in hier hebben zien voorbijkomen in een vraag. Of als "de salaris" (ook gezien).

Nee, je broer heeft gelijk. "Snoer" is een onzijdig woord. Het bijbehorende lidwoord is dus 'het' en het aanwijzende voornaamwoord 'dit' of 'dat'.