Ik weet niet wat er allemaal bij komt kijken als een vogeltje zingt, maar het bekje springt wel in het oog. Net zoals de mond van een zangeres. De vorm van het bekje, groot, klein, krom, lang, breed zorgt ervoor dat iedere vogelsoort een verschillend liedje laat horen. Een saxofoon ziet er anders uit dan een blokfluit en daarom klinken ze ook verschillend. Er zijn vogelkenners die aan de hand van het geluid, de vogel kunnen benoemen.
De bek is dus belangrijk voor het geluid, en de vogel zelf kan daar niet zoveel verandering in aanbrengen. Een mus zal nooit zo zingen als een zwaluw, omdat hij nu eenmaal anders gebekt is.
Hoe je gebekt bent slaat op je afkomst, je karakter, of je aanleg. Je bent wie je bent. Als je goed gebekt bent, dan heb je snel je woordje klaar, en als je in Limburg bent geboren ben je ook zo gebekt. Je zult er altijd iets van blijven horen.
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, betekent eigenlijk niets meer, dan dat we moeten accepteren dat mensen allemaal verschillend zijn. Je respecteert daarmee anderen, en je kunt vrede hebben met het feit dat je bent wie je bent. Een merel wordt nooit een nachtegaal omdat 'ie niet zo gebekt is.