Wat vonden de Romeinen van zichzelf en hun rijk?

Waarom veroveren de Romeinen een imperium? De Romeinen vonden dat zij de taak hadden om de hele wereld rechtvaardiger te maken, volgens https://studylibnl.com/doc/1084056/samenvatting-par.-6-7-8.

Mannelijkheid, kracht en onverschrokkenheid: het waren de eigenschappen waarvan de Romeinen vonden dat zij er in royale mate over beschikten en er hun imperium aan dankten, volgens het boek Stad in marmer: gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten, geschreven door Jona Lendering. Zie https://books.google.nl/books?id=DftwAAAAQBAJ&pg=PT284&dq="romeinen+vonden+dat+zij".

De Grieken waren cultureel verder dan de Romeinen. Dat vonden de Romeinen zelf ook en daarom namen zij de cultuur van de Grieken over. De Romeinen vonden dat zij cultureel verder waren dan de Germanen. Als je iets wilde betekenen in de door de Romeinen overheerste maatschappij, dan moest je hun cultuur overnemen., volgens https://velthuge.home.xs4all.nl/Antwoorden%20Hoofdstuk%202.doc

Ze beschouwden zichzelf als beschaafd, verfijnd en creatief.
De Romeinen waren enorm trots op hun rijk. Door de Pax Romana geloofden ze dat ze het licht van de beschaving naar de donkerste uithoeken van Europa en Azië brachten. Ze hadden een onwankelbaar geloof in het feit dat Rome superieur was aan elk ander land of andere cultuur: door vreemde volkeren te veroveren, hen een plezier doen. Ze bestempelden alle rassen buiten de grenzen van hun rijk als barbaren en wilden. Gelegitimeerd door de goden, beschouwden de Romeinen zichzelf als de brengers van orde en vrede en het was hun plicht om deze beschaving naar andere volkeren te brengen.
Je zou ze kunnen vergelijken met de Amerikanen.

De Romeinen vonden van zichzelf dat ze militair zeer bekwaam waren. Ze vonden dat ze eigenschappen hadden zoals: taaie volharding, streven naar het mogelijke, zich onthouden van gewaagde ondernemingen.
Aanvankelijk steunde het Romeinse Rijk op de eendracht der burgers, later op de grootheid van enkele mannen.
In de meeste gevallen tastten de Romeinen de vrijheid van levenswijze, godsdienst en gebruiken van de overwonnenen niet aan, tenzij deze in strijd waren met de belangen van het Romeinse Rijk. Wel waren ze onbarmhartig en wreed tegenover weerspannigen.
Opvallend was het grote aanpassingsvermogen van de Romeinen, dat hen al vroeg in staat stelde de cultuur van vreemde volken (Etruriers, Grieken) over en in zich op te nemen.
De volkeren buiten hun grenzen beschouwden ze als barbaren, zoals de Germanen.
Bron: Winkler Prins encyclopedie..