Op het vinkentouw zitten betekent 'ongeduldig en gespannen zitten wachten om iets te kunnen doen, om een gelegenheid te kunnen waarnemen'.
Een vinkentouw is volgens Van Dale (2005) 'een net of geheel van netten om vinken te vangen'. Wie op het vinkentouw zat, zat oorspronkelijk aan de treklijn die gebruikt werd om de val te sluiten en zo de vinken te vangen, aldus F.A. Stoett in zijn Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. Deze persoon moest dus goed opletten. Van daaruit ontstond de algemene betekenis 'klaarstaan om toe te slaan'.
Het vinkentouw werd ook wel vinkenslag genoemd; dat woord komt dan ook terug in de Vlaamse variant van de uitdrukking. In Vlaanderen heeft men meer keus in het werkwoord; men kan op de vinkenslag liggen, zitten of staan.
Met de gevangen vinken werden en worden zangwedstrijden gehouden. De eigenaar van de vink die de meeste liedjes zingt in een minuut tijd, wint de wedstrijd.