Bij het schrijven er niet te veel over na denken, maar doen.
Laat je leiden door je gevoel.
Taalfouten en fouten in de zinsopbouw, zijn even niet belangrijk, ze kosten veel concentratie en die heb je juist nodig met schrijven.
Maak hoofdstukken die niet te lang zijn, zet er een titel boven.
Zo krijg je overzicht.
Als je boek klaar is, ga je eerst globaal hoofdstuk voor hoofdstuk na lezen en haal er de grote fouten uit.
Bij de volgende ronde ga je na, of je niet twee keer het zelfde vertelt binnen een hoofdstuk en corrigeer dat.
Ronde drie, ga alle leestekens na, veel staan er vaak verkeerd of ontbreken.
Ronde vier, nu ga je heel kritisch je boek ,regel voor regel na lezen en kijk of je sommige zinnen korter en/ of duidelijker kan maken.
Ronde vijf, kijk nu pas of het 'lekker' leest, zoniet pas dat dan aan.
Ronde vijf, laat nu een ander(en) het lezen en luister naar de op of aanmerkingen.
Maar vergeet nooit, dat het jouw boek is met jouw verhaal en jij hebt het geschreven, laat je dus door anderen niet te veel beinvloeden, behalve de echte fouten natuurlijk.
Veel succes!