Claustrofobie kan op zichzelf staan, maar ook een symptoom zijn van een neurotische aandoening.
Mensen verschillen van mening over de oorzaak van claustrofobie. Slechts over één punt zijn psychologen en artsen het met elkaar eens: claustrofobie wijst altijd op het bestaan van een onopgelost onbewust conflict. In het eenvoudigste geval is deze angst te herleiden tot een gevaarlijke situatie die iemand heeft meegemaakt in een afgesloten ruimte, bijvoorbeeld brand in een bioscoop.
Soms raak je slechts een klein beetje angstig en onzeker als je in een kleine, afgesloten ruimte bent. In ernstige gevallen kunnen er hevige transpiratie, benauwdheid en hartkloppingen optreden. Veel erger is het als de claustrofobie chronisch wordt. De angsten kunnen jaren, zelfs tientallen jaren aanwezig blijven. Deze mensen vermijden situaties die de angst kunnen opwekken. Ze trekken zich terug en worden apathisch en passief.
Bij claustrofobie kunnen er ook perioden zijn waarin je bijna geen last hebt van de angst. Laat je hierdoor niet misleiden: de angst blijft sluimerend aanwezig. Ook wanneer de symptomen alleen maar in bepaalde periodes optreden is het verstandig om medische of psychotherapeutische behandeling te zoeken.
De behandeling van claustrofobie kan heel moeilijk zijn. Zelfs wanneer je aan claustrofobie lijdt en inziet dat de angsten ongegrond zijn lukt het zelden om de angst te overwinnen. De behandeling moet dan ook altijd plaats vinden onder begeleiding van een arts of psychotherapeut.
Claustrofobie kan spontaan genezen, maar psychotherapeutische behandelingen helpen niet altijd. In de meeste gevallen lukt het wel om de angst te verminderen. Er is aangetoond dat de kans op genezing groter wordt naarmate de betreffende persoon ouder is.