mijn vriend werlt en wil zig inschrijven bij ons en mijn moeder heeft een uitkering heeft dat dan gevolgen op haar uitkering?

U schrijft niet welke uitkering uw moeder heeft. En ook niet of u wel of niet studeert en uw leeftijd – ook van belang. Lees verder.

Aannemende dat uw moeder een bijstandsuitkering heeft heeft het inwonen van uw vriend gevolgen voor de bijstandsuitkering per 1 juli 2015. In de Participatiewet van 2015 wordt de zogenaamde 'kostendelersnorm’ ingevoerd. Deze nieuwe norm houdt in grote lijnen in dat een uitkering lager wordt naarmate meer mensen in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. De achterliggende gedachte hierbij is dat als de kosten van levensonderhoud met andere mensen kunnen worden gedeeld, er een lagere uitkering nodig is.

De kostendelersnorm geldt o.a. als een inwonend kind 21 jaar of ouder is en niet studeert c.q. geen studiefinanciering heeft. Het inkomen van het kind wordt niet meegenomen in de berekening, maar het kind wordt in deze situatie wel meegeteld als kostendeler.

Ook het inwonen van uw vriend gaat gevolgen krijgen. Dat kan nu al vanwege korting of verlies van de toeslag op ht WWB-inkomen moeder. Maar gekort wordt er zeker vanwege de kostendelersnorm. Uw vriend kan immers ook bijdragen in de kosten van levensonderhoud huishouden. De berekening kunt u maken zoals vermeld in de Wet werk en bijstand – artikel 22a – kostendelersnorm

Bij 1 meetellende kostendeler is de uitkering voor uw moeder:
(40% + 2 x 30%) : 2 x normbedrag / dus 50% normbedrag
Bij 2 meetellende kostendelers:
(40% + 3 x 30%) : 3 x normbedrag (uitkering) / dus 43,33% normbedrag
N.B: de normbedragen WWB vindt u in bron 3.

Toegevoegd na 9 minuten:
N.B: Voor uw moeder kunnen er nog meer financiële gevolgen zijn. Het inkomen van uw vriend telt als medebewoner mee voor het recht op huurtoeslag. Als het toetsingsinkomen (meestal bruto-inkomen) van u, uw moeder én het inkomen van uw vriend hoger is dan € 29.325 is er geen recht meer op huurtoeslag.