Hoe bereken ik de inflatiecorrectie/koopkrachtbehoud bij uitgaven ?

Ik wil bijvoorbeeld over een periode van 5 jaar € 5000,= ( zou € 1000,= p/a zijn) besteden maar ik wil koopkrachtbehoud. Rekening houdend met 4% inflatie wat kan ik dan in de opeenvolgende jaren besteden? Een formule zou ik op prijs stellen.

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

in: Financiën

1.1K

1.1K keer bekeken

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (2)

De vraag is me niet geheel duidelijk. Maar als je bedoeling is om uit te rekenen wat euro 1000.- over 12 maanden waard is, rekening houdend met 4% inflatie, zou dat (terugrekenend naar nu = contante waarde) zijn:
1000.- * 0,96 = euro 960.-. Die 0,96 is uiteraard (1 - 0,04)

De waarde van 1000.- over 2 jaar, maar teruggerekend naar nu, zou zijn:
1000 * 0,96 * 0,96 = euro 921,60.

Over 3 jaar: 1000 * 0,96 * 0,96 * 0,96 enz.

(Lees meer...)

Computoon

11 jaar geleden

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

dank je wel voor je reactie. maar ik zoek eigenlijk de formule waarbij de looptijd en het bedrag variabel kan worden ingegeven en de uitkomst per jaar wordt aangegeven. Maar misschien bestaat zo'n formule niet ....

Computoon

11 jaar geleden

Ik denk dat je wel wat van je gading kunt vinden op http://www.weka-financieel.nl/berekening-contante-waarde-reeks-betalingen-plus.14662.lynkx Daar zie je allerlei contante waarde-formules staan met toelichting. Ook spreadsheets, maar volgens mij moet daarvoor betaald worden.

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

dank je wel. ik ga er naar kijken.

Als jij een bedrag T uit wilt smeren over n jaar, waarbij je in verband met koopkrachtbehoud wilt dat jaarlijks elk bedrag i% groter is dan het jaar daarvoor, dan kan je met wat rekenwerk (meetkundige rij) die bedragen bepalen.

Algemeen geldt in verband met die aangroei
B(t) = B(t-1)*(1+i/100) = B(0)*(1+i/100)^t

Waarbij
B(0) = T / ((1 – (1+i/100)^n) / (1 – (1+i/100)))

In jouw voorbeeld wordt dat dan:
B(0) = 923,14
B(1) = 960,06
B(2) = 998,46
B(3) = 1038,40
B(4) = 1079,94

En als je die optelt komt daar keurig 5000 uit

(Lees meer...)

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

ik weet niet of mijn eerdere reactie is doorgekomen. vandaar 2de poging. Allereerst dank voor je reactie. Ik "voel" dat deze formule de oplossing is van mijn vraagstuk. Maar.....meetkunde/wiskunde is voor mij al weer eenlange tijd geleden. Zou je zo vriendelijk willen zijn dit voor mij te verduidelijken d.m.v. een getallenvoorbeeld (in de formule).
zodat ik aan de hand van de uitwerking/uitkoms de formule weer ga begrijpen ;-)

Verwijderde gebruiker

11 jaar geleden

Gewoon invullen
B(0) = 5000 / ((1 – (1+4/100)^5) / (1 – (1+4/100)))
= 5000 / ((1 – 1,04^5) / (1 – 1,04))
≈ 5000 / (-0,21665 / -0,04)
≈ 5000 / 5,316
≈ 923,14 Kijk anders eens op wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Meetkundige_rij

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500