waarom schimmelt niet al het eten zo snel?

de meeste bedrijven stoppen er allerlei middelen in om hun producten zo lang mogelijk goed te houden, en bij het ene product zit er meer in als de andere, daarom verschilt het zo

En verder vinden schimmels de ene voedingsbodem gewoon lekkerder dan de andere

Dat ligt eraan hoeveel conseveringsmiddels in het voedsel zitten ook worden sommige producten verhit voor langere houdbaarheid of luchtdicht afgesloten

Schimmels hebben vocht en voeding nodig. Als iets sneller uitdroogt dan een schimmel kan groeien, dan zal dat niet gaan schimmelen - of in elk geval niet zo dat je het ziet.
Want vaak zie je pas dat iets schimmelt als die schimmel al 'bloeit' - zoals de zwamvlok allang in de grond zit voor de paddenstoel te zien is.
Op vochtig brood in een dichte zak zal dan ook meestal sneller schimmel ontstaan dan op een losse boterham die je ergens neerlegt, want die boterham wordt te snel te droog om een goede voedingsbodem te zijn.
Ook bevatten sommige voedingsmiddelen van zichzelf (of toegevoegd) stoffen die zorgen dat ze niet snel schimmelen - dingen die veel suiker, zout of zuren bevatten schimmelen daardoor minder snel, de reden dat we dingen vaak langer houdbaar maken door ze bijvoorbeeld in azijn of pekel te bewaren.

Een schimmel kan groeien als hij een voedselbron (suikers en eiwitten), water en zuurstof heeft en er niet teveel remmende factoren zijn. Factoren die groei belemmeren, zijn:
-zuren (hoewel gisten en schimmels een lagere pH kunnen doorstaan dan de meeste andere micro-organismen)
-zouten (pekelen is een conserveringsmethode).
-Suikers (alleen hoge concentraties).
-watertekort (weinig zogenaamd "vrij water").
Veel conserveringsmiddelen zijn gebaseerd op een van de genoemde factoren.

Verder zijn er voedingsmiddelen waarbij schimmel gebruikt voor bereiding ervan, zoals bijvoorbeeld een aantal kaassoorten (Buitenzijde: Brie, Camembert e.a., Binnenzijde: o.a. Gorgonzola). De kazen worden dan geënt met een bepaalde schimmelsoort, die is gekozen op basis van de positieve eigenschappen die ie op het product heeft (vaak ontwikkeling van een bepaalde smaak en/of geur).