Wanneer het donker wordt, zie je overal vleermuizen. Maar deze tref je in tegenstelling tot vogels nooit dood aan op straat. Hoe kan dit?

Omdat vleermuizen een extra zintuig hebben: sonar. Ze zenden eigenlijk geluidsgolven uit op een hoge frequentie die wij niet kunnen waarnemen binnen ons gehoorspectrum. De geluidsgolven kaatsen af op hun omgeving en worden terug opgevangen door het oor. Op basis van de snelheid dat de golven terugkaatsen kunnen ze de afstand tussen zichzelf en obstakels in hun omgeving inschatten. Hoe sneller de golf terugkomt, hoe dichterbij een obstakel is. Dit gebruiken ze ook om te jagen. Vogels hebben dit zintuig niet dus kunnen ze obstakels veel minder goed ontwijken. Electriciteitskabels en windmolens zijn oorzaken van vogelsterfte, maar die kunnen vleermuizen gemakkelijker ontwijken. De meeste vleermuissoorten gaan ook minder snel op de grond landen, dus hebben ook minder last van roofdieren.

Na 22 jaar op de dierenambulance gereden te hebben kan ik je vertellen dat je van een verkeerde veronderstelling uitgaat. Vleermuizen worden wel degelijk dood of zwak/ziek.gewond aangetroffen op straat.
Sommige soorten leven in bosrijke gebieden en overnachten tegen en in bomen, maar er zijn ook soorten die in de stad leven en overnachten onder bijvoorbeeld daken. Deze vleermuizen kunnen dood op de stoep belanden doordat ze vanonder het dak of de goot dood of stervende naar beneden vallen. Ook jonge vleermuisjes vallen wel eens naar beneden en redden het dan niet. Ook komen ze wel eens met een omweg op straat terecht omdat de kat ze daar dropt vanuit de tuin bijvoorbeeld.

Het is een kwestie van kansberekening...

De vleermuizen staan op de rode lijst. Ze zijn dus zeldzaam. De kans dat je een dood dier aantreft is dus gewoon klein.

Het totaal aantal vogels is véél groter. De kans dat je een dode vogel aantreft is dus óók veel groter.

De reden dat je 's avonds veel vleermuizen denkt te zien is juist omdat ze door hun zeldzaamheid opvallen.
Een voorbijvliegende vogel ben je meteen weer vergeten. Bij een vleermuis denk je: "Hé... een vleermuis !". Die laatste herinnering maakt meer indruk, je wordt je er meer bewust van en ze blijft langer hangen.

Daarom LIJKT het alsof je overal vleermuizen ziet (net zoveel als vogels), maar (helaas) is dat niet de werkelijkheid.