Hoofdluis komt dikwijls voor bij kinderen. Maar je hoort nooit dat ouders of juffen er last van hebben. Hoe komt dat?

Ik ken wel mensen die met kinderen werken die ook wel last van hoofdluis hebben.

Kinderen krijgen het sneller omdat ze samen spelen, en omdat vaak de jassen op een school allemaal bij elkaar hangen.

Kinderen krijgen het sneller doordat ze veel dichtbijcontacten hebben met veel verschillende andere kinderen. Daardoor wordt hoofdluis voornamelijk van kind op kind overgedragen.

Thuis kan de hoofdluis dan van kind op ouder of oppas worden overgedragen.

Maar dat duurt even: eerst krijgt een kind hoofdluis, dan komt de overdracht naar andere kinderen, en dan wordt de besmetting ontdekt. Op dat moment is er al enige overdracht naar de volwassenen die met de besmette kinderen omgaan, maar die overdracht is nog maar in het beginstadium. Veel van die volwassenen zullen al wel neten, maar nog geen luizen hebben.

Zodra de besmetting is ontdekt, neemt iedereen maatregelen. Bij de kinderen zullen dus de luizen verdwijnen. Bij de volwassenen die wel besmet zijn met neten maar nog geen luizen hebben, of die nog zo weinig luizen hebben dat ze die nog niet hebben ontdekt, zullen de maatregelen de luizen vernietigen nog voordat ze last veroorzaken. Daardoor lijkt het net of volwassenen niet besmet zijn geweest.

hoofdluis loopt van de ene naar de andere. omdat kinderen tijdens het spelen veel contact met elkaar hebben, kan de luis makkelijk overlopen. ook hangen de jassen op school vaak aan 1 grote kapstok zodat de luizen zich goed kunnen verspreiden.
juffen en ouders hebben niet zoveel lichamelijk contact met kinderen als kinderen onder elkaar waardoor volwassenen er vaak minder last van hebben. ook hun jassen hangen vaak op een andere plek. volwassen passen daarnaast wel op dat ze luizen krijgen. ik ga bijvoorbeeld bijna nooit met mijn hoofd dicht bij dat van een kind hangen en hoofddeksel die kinderen gedragen hebben zal ik ook niet snel op mijn hoofd zetten!
op scholen zie je tegenwoordig vaak dat de jassen in zogenaamde luizenzakken worden gedaan. ieder kind heeft een eigen zak waar hij of zij de jas in doet zodat de luizen niet kunnen verspreiden.

Dat alleen kinderen hoofdluis zouden hebben is onzin. Hoofdluis komt in alle lagen van de bevolking voor bij jong en oud. Juffen, meesters en stagiaires op een basisschool krabben vaak net zo hard mee als er hoofluis is. Als bij een kind hoofdluis is geconstateerd, heeft vaak het hele gezin binnen de kortste keren hoofdluis.
Als op school een briefje hangt met daarop "Er is hoofdluis geconstateerd", gaat men er van uit dat dit alleen bij de kinderen het geval is, maar dat is echt niet zo. Er zijn natuurlijk wel meer kinderen dan meesters en juffen op een school.
Ook is er aangaande hoofdluis nog steeds veel valse schaamte, want hoofdluis wordt nog steeds met vervuild geassocieerd. Volwassenen zullen dus minder snel ruchtbaarheid geven aan het feit dat ze hoofdluis hebben.
Maar hoofdluis verspreidt zich snel, daarom is het van belang dat er op scholen openheid over is. Vandaar dat daar dan spoedig het beruchte papier met : "Er is hoofdluis geconstateerd" op de deur wordt geplakt.
Ook gaat de verspreiding op scholen en peuterspeelzalen snel. Spelenderwijs komen de kinderen veel met elkaars kleding in aanraking. Denk bijvoorbeeld maar aan een verkleedkist. Ook via de jassen aan de kapstok kunnen de kinderen hoofdluis opdoen. Er worden tegenwoordig op veel scholen speciale luizenzakken gebruikt. De kinderen stoppen hun jas in deze zak i.p.v. hem aan de kapstok te hangen.

Mocht er hoofdluis geconstateerd worden :
vergeet niet de hoofdsteunen van de auto
te behandelen !