Het verbranden van voedsel kost energie. Als een dier/mens rouw voedsel eet, moet hij dus energie verbruiken om het voedsel te verteren. Die energie haalt hij uit het voedsel zelf.
Hout kunnen wij niet eten. Maar wel verbranden in een vuur. Als wij voedsel eerst koken, wordt het gaar, en daardoor gemakkelijker verteerbaar. Dus de energie voor het verteren, halen we dan niet meer uit het voedsel maar uit het hout.
Je zou het ook zo kunnen zeggen: van een prooi kunnen 20 mensen eten; maar van een gekookte prooi 25 mensen. (Getallen zijn fictief).
Omdat voedsel vroeger erg schaars was, was het vuur een grote uitvinding.
Later ging dit verder. Bijvoorbeeld, in plaats van energie te verbruiken door te lopen, verbranden wij benzine in een auto.
En hoe is dit precies ontstaan? Eerst door toeval. Iemand ontdekte dat gekookt of gebraden vlees of groente, gemakkelijker verteert. Daarna ging met het expres doen.