Moeilijke vraag.
Omstandigheden zoals de grondsoort, vocht, licht, concurrentie enz. bepalen welke planten er kunnen groeien.
Verder heb je te maken met de ' successie' dat is de ontwikkeling van kale grond naar b.v. bos.
Vanaf de kale grond gezien, krijg je eerst de pioniersplanten, die kunnen er alleen maar de eerste jaren groeien.
Hierna ontstaan de twee-jarige en de meerjarige planten en de houtachtige gewassen, zoals struiken en bomen.
Zo vanaf dat tweede en derde jaar is in principe alles al aanwezig om een bos te vormen, het moet alleen nog maar groeien.
Het is dus een komen en gaan van soorten, die allemaal hun zaden in de grond achter laten.
Voor de ene soort wordt het steeds gunstiger en de ander juist niet en verdwijnt.
Uiteindelijk wordt het een jong bos met daar onder schaduwplanten.
Nog later wordt het een volwassen bos, met vrijwel geen schaduw planten meer, dus alleen bomen.
Wordt er een stuk bos gekaapt, dan draai je eigenlijk de tijd weer terug naar de allereerste jaren, dus komen de pioniers planten weer, de twee-jarige, de vaste planten en de houtachtige gewassen.
De meeste zaden zaten in de grond te wachten totdat de groeiomstandigheden weer gunstig worden ( kappen bos) en voor een deel komen zaden van elders.
Dus is alles weer zoals in het begin en start de 'successie' weer van af het begin, compleet met veel soorten planten.