Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waarom is het 's nachts donker, ook al zijn er miljarden sterren die ons licht geven?

De zon is de ster die het dichts bij de aarde staat en hiervandaan ontvangen wij het licht dat nodig is om te leven. Het licht bereikt de helft van de aarde, dus is het 's nachts donker. Maar er zijn toch ook enorm veel andere sterren die licht afgeven? Ik snap dat het licht zwak is, doordat het van enorm ver komt, maar wordt dat niet gecompenseerd door het enorme aantal sterren in het heelal? (Ik bedoel dus: Stel dat 1 ster 1 honderdste van het licht geeft dat de zon ons geeft, dan zouden 100 sterren ons toch net zoveel licht moeten geven? Niet op schaal natuurlijk. ) Ik las eens het boek "het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht" en hierin werd verteld dat de sterren van ons af bewegen en dat we daarom geen licht ontvangen. Dit wekte bij mij de vraag op hoe het komt dat het licht van de sterren dan wel ons oog bereikt? Bij voorbaat dank voor antwoorden.

Verwijderde gebruiker
6 jaar geleden
2.8K
Erna55
6 jaar geleden
( het plaatsen van mijn vorige reactie was een foutje , ik wilde verwijderen.) Ik ging uitrekenen hoeveel verder Proxima Centrauri van de aarde afstaat
dan de zon.
Dat is globaal 64000 keer zo ver.
En met de toename van de afstand verminderd de hoeveelheid licht kwadratisch.
Ik laat het aan iemand anders over om het technisch verder uit te leggen .
LeonardN
6 jaar geleden
"en hierin werd verteld dat de sterren van ons af bewegen en dat we daarom geen licht ontvangen. Dit wekte bij mij de vraag op hoe het komt dat het licht van de sterren dan wel ons oog bereikt?" Denk aan het doppler-effect. Stel je voor dat iemand naast je staat die enkel hoge tonen hoort, hij hoort een ambulance wel aankomen maar als deze verwijdert hoort hij hem niet meer, waar jij hem nog wel hoort. Zo is het ook met sterren die zich heel ver van ons af bevinden. Dat effect heet roodverschuiving.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Roodverschuiving
Met een infrarood camera kan je dan ook sterren verder weg wel weer waarnemen. Dat is gedaan met de Hubble-telescoop. https://nl.wikipedia.org/wiki/Hubble_Ultra-Deep_Field Het licht van de sterren dichtbij heeft geen last van roodverschuiving (voor ons iig), dus die zien we wel, net als dat jij en degene naast je de ambulance horen.
LeonardN
6 jaar geleden
Laatste zin had moeten zijn:
,net als dat jij en degene naast je de ambulance horen zolang deze nog dichtbij is.

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

De zin in uw vraag "en hierin werd verteld dat de sterren van ons af bewegen en dat we daarom geen licht ontvangen." doet mij vermoeden dat u net iets andere vraag probeert te stellen. Dit is namelijk de deel-uitleg van een vraag die filosofen en wetenschappers al lange tijd bezighoudt.

"Waarom is het 's nachts donker?"
Deze vraag staat bekend als de Paradox van Olbers.
"De paradox gaat uit van de veronderstelling dat het heelal oneindig groot is, en dat hierin lichtbronnen van eindige omvang ... uniform zijn verdeeld. In dat geval levert een eenvoudige berekening dat de grootte van een ster aan de hemel afneemt met het kwadraat van de afstand tot de ster, maar het aantal sterren op een bepaalde afstand toeneemt met het kwadraat van de afstand. De kans dat er zich in een bepaalde richting tussen afstand x en x+δ een ster bevindt, is derhalve gelijk voor alle x. Deze kans is eindig, en er zijn oneindig veel van dergelijke pakketjes, dus is de kans dat er zich op een afstand een ster bevindt gelijk aan 1. Maar als er zich in elke richting een ster bevindt, dan zou de hemel in alle richtingen net zo fel moeten zijn als de zon is, wat duidelijk niet het geval is."

Edgar Allen Poe bedacht al:
"Als we aannemen dat het heelal weliswaar onbegrensd is in de ruimte, maar begrensd in de tijd (een begin heeft gehad), dan kan het licht van sterren die verder dan ct (met c de lichtsnelheid en t de leeftijd van het heelal) van ons afstaan ons nog niet bereikt hebben."

"In zekere zin ontvangen we wel degelijk uit alle richtingen straling, namelijk de kosmische achtergrondstraling. Toen deze ontstond was de temperatuur van het heelal vergelijkbaar met die van het oppervlak van de zon, en was als gevolg daarvan inderdaad de hemel volledig wit. Echter, door de uitdijing van het heelal heeft dit licht een grote roodverschuiving ondergaan, waardoor er nu enkel nog microgolfstraling, overeenkomend met een zwart lichaam met een temperatuur van 2,73 K overblijft. De uitdijing van het heelal en de roodverschuiving leveren derhalve een tweede oplossing voor de paradox van Olbers.

"Dit wekte bij mij de vraag op hoe het komt dat het licht van de sterren dan wel ons oog bereikt?"
Dat zijn de sterren die "dichtbij" staan en de sterren die lang genoeg geleden gevormd zijn en dus al miljarden jaren licht naar ons toe sturen.

Toegevoegd na 17 minuten:
Sommige sterren proberen ons licht te geven, het is infrarood geworden, van andere komt het licht nog niet aan. Daarnaast is er straling die ooit licht was.
(Lees meer...)
6 jaar geleden
Reddie
6 jaar geleden
Het doet mij vermoeden dat VS een net iets andere vraag probeert te stellen, namelijk: "hoe hard komt de klap aan als je met 50 km/u tegen een muur rijdt".
LeonardN
6 jaar geleden
Mijn vermoeden is correct of iig al eerder doorzien, zie de pdf: https://www.roanoke.edu/Documents/curious_astronomy.pdf die ook dat boek en die paradox aan elkaar linkt. Het herhaalt de volledige zin in het boek, die nog duidelijker aantoont dat dit idd de vraag is waarmee de VS worstelt. De schrijver van de PDF weerlegt de paradox nog weer anders. Dat de paradox op velerlei wijze is te breken is ook niet zo gek, hij is namelijk vanaf begin af aan niet goed geformuleerd geweest. De aannames waren al onjuist.
Verwijderde gebruiker
6 jaar geleden
Dank u wel voor dit uitgebreide antwoord. U heeft mijn graag goed geïnterpreteerd, chapeau!

Andere antwoorden (2)

Het licht van de zon straalt naar alle kanten.
Daarvan ontvangen wij maar een héél klein beetje.
Neem even een lamp. jij staat op een afstand van één meter.
Het licht van de lamp wordt verdeeld over het oppervlak van een bol met een
straal van één meter. Op een afstand van twee meter wordt het licht verdeeld
over een bol met een straal van twee meter. Dat oppervlak is vier keer zo groot.
Met jouw vergelijking heb je dus niet 100 sterren nodig voor hetzelfde licht,
maar 100 x 100 = 10.000.

De dichtstbijzijnde ster (Proxima centauri, op 4 lichtjaar afstand) staat
64.000 keer zo ver van ons vandaan als de zon. Op die afstand heb je dus al
64.000 x 64.000 = 400.000.000 sterren nodig voor hetzelfde licht.
En dat is de dichtstbijzijnde, eigenlijk nog heel dicht bij.
De "overkant" van ons melkwegstelsel staat al 100 lichtjaar ver.
En dat is dus nog vrij dicht bij ten opzichte van de rest.
We krijgen dus van al die sterren ontzettend weinig licht omdat ze zo ver weg staan.
(Lees meer...)
Reddie
6 jaar geleden
LeonardN
6 jaar geleden
+Prima uitleg voor de vraag zoals gesteld, ik denk te ontwaren dat de vrager echter op iets anders doelt.
LeonardN
6 jaar geleden
Zoals de vraag gesteld is, in zijn volledigheid, dus niet enkel de eerste vraagzin, daaruit haal ik de vraag naar Olber's paradox.
"en hierin werd verteld dat de sterren van ons af bewegen en dat we daarom geen licht ontvangen."
Toen ik de pdf vond met de uitleg over het boek waar de vrager over sprak, was het voor mij helemaal duidelijk. Daarin werd ook die paradox aangehaald. Leek mij vrij duidelijk daarna. Ik snap nog niet precies waarom daar zoveel weerstand tegen is. Het staat allemaal in de vraag en in het antwoord.
Bedenk dat het heelal ook veel gruis en stof bevat. Het is dus niet zo dat het licht van alle sterren ook de aarde bereikt. als dat wel zo zou zijn, dan zou het inderdaad 's nacht ook behoorlijk licht zijn.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
6 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding