waarom zie ik de maan niet altijd?

De maan staat elke avond op een iets andere plaats aan de hemel en wordt zodoende ongeveer een keer per vier weken ingehaald door de zon. Daarom is er elke vier weken een periode dat we de maan zien als de zon weg is (volle maan of bijna volle maan) (de zon is onder de horizon maar schijnt fel op een groot deel van de maan”schijf”), een periode dat de maan door de zon wordt achtervolgd (afnemende maan, laatste kwartier, de maan is een deel van de ochtend onopvallend zichtbaar omdat-ie van links door de ook al opgekomen zon wordt beschenen), een periode dat we de maan slechts als een smal sikkeltje zien of zelfs helemaal niet (want de zon staat min of meer áchter de maan en verlicht dus het deel van de maan dat van de aarde afgekeerd is) (nieuwe maan), en een periode dat de maan weer toenemend door de al bijna ondergegane of reeds ondergegane zon verlicht wordt die in toenemende mate weer áchter ons staat (in plaats van dat we de maan in tegenlicht zien) (wassende maan, eerste kwartier).

Het waarnemen van deze altijd bestaande regelmaat wordt bij ons verstoord en bemoeilijkt doordat er perioden met bewolkt weer doorheen schuiven.

Ondanks uw overtuiging dat u de maan thuis bijna altijd ziet, heeft u dus toch een goed idee van hoe het zou kunnen dat u hem nu niet ziet: de maan laat zich door de (qua richting aan de hemel) “nabije” zon overstralen.

De komende dagen zult u de maan het beste kunnen zien aan de kant van de avondhemel, en nog niet aan het eind van de nacht.