De oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen kenden reeds strategische (oorlogs-) bordspelen waarin twee legers tegenover elkaar vechten. Ook het schaakspel is een bordspel waarbij twee legers tegenover elkaar staan en de koning zo snel mogelijk moet worden uitgeschakeld (schaakmat gezet moet worden)
De legers (de witte en de zwarte stukken) nemen positie in. Niet alleen de Koning en de Dame, maar alle witte stukken, staan tegenover gelijkwaardige zwarte stukken.
Dus ook de Koningen en de Dames.
De spiegelbeeld positie van de Koning en de Dame heeft ook een een strategische reden en sedert de 17de eeuw ook een speltechnische.
Het belangrijkste van het schaakspel is om via de aanval de Koning zo snel mogelijk schaakmat te zetten. (Het liefst in vier zetten via de herdersmat).
Doordat de Dames tegenover elkaar staan kunnen zij direct vanuit hun eerste positie via de diagonalen de Koningen aanvallen. Zouden zij bij het beginspel niet tegenover elkaar staan dan zouden zij vanuit de eerste positie via de diagonalen alleen elkaar direct kunnen aanvallen, hetgeen de aanval vertraagd.
Door deze situering van de Koningen en de Dames kon er een variant in het spel worden aangebracht. De korte rokade 0-0 en de lange rokade 0-0-0.
De korte en de lange rokade van de witte en van de zwarte stukken vinden tegenover elkaar plaats (mogen o.a.. alleen worden uitgevoerd als er nog geen zet is gedaan met de Koning en de betrokken toren).
Dit kan alleen als de Koningen en de Dames bij het beginspel tegenover elkaar staan.
De positie van deze stukken had altijd al een strategische reden en sedert de invoering van de spelvariant rokade ook een speltechnische reden.