Waarom reden er 200 jaar geleden geen auto's rond?

De auto is een combinatie van vele vindingen. De belangrijkste uitvinding die gedaan moest worden voor de ontwikkeling van de auto is de uitvinding van het wiel. Het oudste wiel dat gevonden is, is zo'n 5500 jaar oud en werd gevonden in Mesopotamië.
Andere vindingen moesten ook worden gedaan, zoals assen, het frame e.d. Eén van de belangrijkste problemen die opgelost moest worden was de aandrijving. Hoe wordt de auto aangedreven?


De stoomautomobiel van Cugnot was de eerste zelfrijdende wagen. Deze door stoom aangedreven driewielige wagen werd in 1765 uitgevonden door Nicolas Joseph Cugnot. De auto was ontworpen om artillerie te vervoeren, maar al snel werden soortgelijke wagens in de industrie gebruikt

Uitvindingen worden een beetje gedaan bij gratie van de beschikbare kennis. Kennis is een heel grappig iets - wanneer er meer beschikbaar is, wordt het makkelijker om nieuwe kennis te creëren, omdat kennis van onderwerp A indicaties kan geven hoe met onderwerp B om te gaan. Daarom gaat de vondst van nieuwe kennis tegenwoordig steeds rapper.

De zoektocht naar kennis moet echter ook de tijd en ruimte krijgen om te werken. Angst voor nieuwe kennis kan hier roet in het eten gooien. Wanneer mensen bijvoorbeeld levenslang huisarrest krijgen voor de simpele observatie dat de aarde niet het middelpunt is van het universum, is dit geen goede motivator om kennis te vergroten of erop voort te bouwen. Wanneer er een groot orgaan is dat zijn invloeden gebruikt om kennis te onderdrukken wanneer het hen niet zint gaat de groei in kennis minder hard.

Ook wordt er soms gehandeld op basis van niet kloppende kennis (omdat de juiste informatie niet voorhanden is, of tegen gesproken wordt). Zo hebben katten helemaal niets met hekserij te maken, maar werden ze wel als zodanig opgejaagd in het Europa van de middeleeuwen. Gevolg van een lagere kattenpopulatie, was een grotere rattenpopulatie met een niet geringe pestuitbraak als gevolg. Dit soort van situatie is ook niet ideaal om nieuwe kennis te vergaren.

Om snel kennis op te bouwen heb je voldoende mensen nodig die zoeken naar nieuwe kennis. Tot de ontwikkeling van de motor werd alles met de hand gedaan. Dat betekent dat er zeer veel mensen nodig waren voro eenvoudige dingen als landbouw (Het ploegen van een hectare waar een boer nu een ochtendje mee bezig is, duurde toen dagen als geen weken!). Dit betekent dat een heel klein deel van de bevolking met kennis bezig was. Sinds de stoommachine was er minder noodzaak voor handkracht, en konden mensen ook andere dingen gaan doen. De industriele revolutie is de basis vand e kennis & service maatschappij zoals we die nu kennen.

Dus pas toen de stoommachine uitgevonden was kon er een groot deel van de bevolking na gaan denken oevr nieuwe dingen voro het leven, waardoor de kennispool enorm snel toenam.

Voor bijna alle mensen was er toen geen mogelijkheid tot leren en moesten gewoon keihard werken voor de kost.
Men had dus ook geen tijd om dingen uit te vinden.

Bepaalde uitvindingen zijn al veel eerder bedacht, maar konden door gebrek aan energie en materiaal niet worden omgezet. Pas na de industrieële revolutie (het gebruik van machines ipv mensenkracht) werd het mogelijk zulke uitvindingen echt om te zetten en te gebruiken.

omdat de mensen toen vlakbij hun werk woonden en daarom geen auto nodig hadden