Dat mag niet. Een advocatenkantoor schreef er het volgende over:
"(...)
Bijna tegen de klippen op maken sommige bedrijven hun werk van het handhaven van auteursrechten op internet. Deze bedrijven struinen het internet met behulp van zeer krachtige zoekmachines af. Vaak tot in de diepste spelonken van het wereldwijde web en zelfs in testomgevingen. Op zoek naar ‘hergebruik’ van afbeeldingen, teksten of geluids- en/of beeldfragmenten, waarop zijzelf of hun opdrachtgevers auteursrechten hebben.
Als een zoekmachine een ‘kopie’ heeft aangetroffen wordt onderzocht of de gebruiker van dat fragment een geldige licentie (gebruiksrecht) heeft voor het gebruik. Is dat niet het geval, dan valt ofwel van het bedrijf zelf ofwel direct van een incassobureau of advocaat een sommatiebrief op de mat bij de ‘inbreukmaker’ en/of de internetprovider die de website host. Doorgaans wordt dan in die brief een schadevergoeding gevraagd van twee tot driemaal de gewone verkoopprijs van het fragment, dit vermeerderd met incasso-, administratie- en in sommige gevallen direct al juridische kosten. De vraag: Mag dit? Het antwoord: Ja.
Niets in onze wet- en regelgeving staat deze werkwijze tegen. De maker/auteursrechthebbende heeft immers een uitsluitend recht op verveelvoudiging en/of openbaarmaking van zijn werk en fragmenten. Zonder toestemming zijn deze handelingen verboden en levert dit een onrechtmatige daad op. Uit jurisprudentie blijkt dat wanneer zonder toestemming gebruik wordt gemaakt van fragmenten, tot driemaal de ‘normale’ exploitatieprijs wordt toegewezen, soms vermeerderd met aanvullende (incasso)kosten. (...)
Naast een vergoeding vanwege het ongevraagde gebruik komt ‘vermogensschade’ in aanmerking voor vergoeding. Onder vermogensschade verstaat de wet onder meer kosten ter voorkoming, opsporing of beperking van de schade. Ook de incassokosten kunnen hier onder vallen. De kosten moeten wel redelijk zijn en in verhouding staan tot de inbreuk en de werkzaamheden. (...)
Het ontkennen van het gebruik blijkt in de praktijk vaak nutteloos. Door allerlei digitale waarmerken in het fragment zal de auteursrechthebbende eenvoudig kunnen aantonen dat hij eigenaar is. De inbreukmaker moet daarnaast aantonen dat het ofwel zijn eigen werk betreft of dat hij wel voldoende gebruiksrechten heeft verkregen. In dit geval geldt een omgekeerde bewijslast die in de regel zeer weinig kans van slagen heeft. (...)."
- Bronnen:
-
http://www.ey.com/NW/nl/Newsroom/News/NEWS...