Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waarom eindigen veel Friese achternamen op een A?

Mijn vriend stelde mij deze vraag, ik kom zelf uit Friesland, maar zou het niet weten.
Is dit toeval, of ooit bewust over nagedacht?

Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
14.2K
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Ach ja, zo heeft iedere taal iets he?

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Bij het verklaren van familienamen op -a die van Fries-Groningse oorsprong zijn, overheerst de opvatting dat de -a op een Oudfriese genitief meervoud-verbuiging duidt. De naam Alberda heeft dan de betekenis '(één) van de Alberts = (één) van degenen die bij Albert behoren'. Het aangeven van verwantschap op deze wijze ging vooraf aan het gebruik van patroniemen op -zoon, die strikt de relatie met de vader uitdrukten. Treft men in een oorkonde van 1397 uitsluitend -a-namen aan (Rionic Asghma, Scelta Folp(er)tha, Aylika Rowertha), in een oorkonde van 1455 komen naast elkaar vormen op -en, -zoon en -(m)a voor (Hermannus Haeghen, Siuuerd Bauckazen, Lutze Abbama, Johannes Itzessoen) en enkele decennia later constructies als Ryord Johan z(oon) Roerda (1477) en Altger Douuesz Houckama (1478).
Van de verschillende achtervoegsels op -a is -ma (Wiersma, Roelfsema) de meest produktieve geweest, gevolgd door -stra (Dijkstra, Zandstra), -inga/-enga (Wiebinga, Wiebenga), -a zonder meer (Alberda, Algra) en -ena in enkele namen (Frankena, Kolkena). Ze hadden in de middeleeuwen al een overeenkomstige betekenis. Alleen werd -stra in tegenstelling tot de andere niet aan voornamen, maar aan toponiemen gekoppeld (vgl. de lemma's -ena, -inga, -ma en -stra). Nadat het grammaticale gebruik van -a-verbuiging in het Oudfries verloren was gegaan, werden deze suffixen louter als componenten van familienamen beschouwd. Ze behielden als zodanig bij de vorming van nieuwe namen hun functie. Dit had wel tot gevolg dat bij de vorming van -a, -(i)nga en -ma-namen niet alleen voornamen als basis werden gebruikt, maar ook toponiemen, waarmee werd aangegeven waar de naamdrager woonde of waar hij vandaan kwam (Holwerda, Salverda, Deinema). Mogelijk heeft hierbij een rol gespeeld dat de oorspronkelijke -a-namen ook op de woonplek (het landgoed) van de betreffende families overgingen. Deze huisnamen e.d. werden later vaak door nieuwe bewoners als familienaam geannexeerd. De naam Alberda heeft dan niet meer de betekenis 'van de Alberts', maar 'wonend op het Alberda-goed'. Deze ontwikkeling is vooral duidelijk bij de namen waaraan het voorzetsel van is toegevoegd (Van Alberda, Van Popta).

Toegevoegd na 2 minuten:
Op deze link staat nog meer informatie

http://www.meertens.knaw.nl/nfb/detail_naam.php?info=component&component=a&nfd_naam=Albeda&gba_lcnaam=&operator=eq&taal=
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

Voor een aantal gevallen: de oude Friese tweede naamval weerd gemaakt met het achtervoegsel -(..)a. Vandaar Jellema: zoon van Jelle, en Holwerda: afkomstig van Holwerd.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding