Wanneer zeg je ik houd en wanneer ik hou?

Houd is meer officieel zoals in schrijftaal, maar als je het zegt dan laat je gewoon de d weg Ik hou van jou is prima, als je een brief moet schrijven kom je eerder op "Ik houd niet van de manier waarop je dat gedaan hebt. Niet druk over maken, het kan en mag dus allebei, allebei is goed

Het werkwoord is 'houden'.
dan is het automatisch: ik houd, hij houdt, etc.
Dat het anders wordt uitgesproken doet er niet toe, het is echt 'ik houd'.

Hou en houd zijn allebei goed. In formele uitingen is het gebruikelijk om de d van houd wel te schrijven. Maar in teksten met een informele toon evenals in de spreektaal gaat de voorkeur uit naar hou.

Het weglaten van de d is mogelijk bij de werkwoorden glijden, houden, rijden, snijden en uitscheiden ('ophouden'), of samenstellingen daarmee, zoals doorrijden, ophouden en uitglijden. Het verschijnsel doet zich voor bij:
- de ik-vorm: 'Ik hou van jou'; 'Ik schei ermee uit!';
- de gebiedende wijs: 'Glij niet uit!'; 'Hou op!';
- de jij-vorm als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat: 'Straks snij je je nog', 'Rij jij of rij ik?'

Het wél schrijven van de d ('Ik houd van jou', 'Glijd niet uit!', 'Rijd jij of rijd ik?') kan het uitspreken zelfs bemoeilijken, dat worden dan tongbrekers. Hou, glij en rij is mede daarom de gebruikelijke vorm.