Waarom drinken mensen meer tijdens sociale gelegenheden dan daarbuiten?

Ik zie de term "overspronggedrag" hier voor het eerst. Weer wat geleerd! Leuk! Maar ik heb er een vraag over. Op http://nl.wikipedia.org/wiki/Overspronggedrag staat "Overspronggedrag is niet logisch lijkend gedrag (bij mens en dier) dat voortkomt uit het conflict van twee relevante gedragssystemen. Bijvoorbeeld: In een situatie waarbij de aandrang om te vluchten en de aandrang om aan te vallen even groot zijn, kan een derde, neutraal gedrag geactiveerd worden. Een dier kan 'besluiten' te gaan eten, zich te wassen, of interesse te tonen in een ongerelateerd object in de omgeving. Dit derde gedragsalternatief wordt overspronggedrag genoemd." Van welke twee relevante gedragssystemen is sprake tijdens sociale gelegenheden?

Het begrip overspronggedrag komt door mijn verregaande studie over honden. Mensen kennen hetzelfde alleen gaat dat iets verder dan bij dieren. Het wordt weliswaar ook onderbewust veroorzaakt, maar bij zelfanalyse kan je er achter komen wanneer je in die val trapt. Een hond of ander dier kan dat niet. In het onderhavige geval is er de onzekerheid of je op de onbekende goed overkomt, of je antwoorden op zijn/haar vragen niet van dommigheid getuigen, of je eigenlijk met deze persoon wel zin hebt om te praten, hoe je in hemelsnaam van deze man/vrouw los moet komen.
Dat laatste is een vorm van vluchten of aanvallen. Kortom, ook hier moet een keuze gemaakt worden tussen twee acties. Overspronggedrag komt veel vaker voor bij onzekere honden dan bij stabiele, gesocialiseerde honden. Overspronggedrag komt ook vaak bij honden voor die een onduidelijke baas hebben , een baas die geen duidelijke instructies geeft of niet consequent is. De angst om dan tegen een afstraffing aan te lopen is zo groot dat er oversprong gedrag wordt ingelast uit onzekerheid. Je zou in een gesprek tussen twee mensen, als je goed oplet, aan het (al dan niet) overspronggedrag kunnen zien, wie de leiding in het gesprek heeft en voor wie het nauwelijks van belang is hoe de ander over hem denkt. De stabiele drinkt in gezelschap minder, beweegt minder, frummelt niet aan het tafelkleed, wrijft niet langs zijn kin en krabt niet op zijn hoofd.