Hoe kun je 1 naald recht breien en TEGELIJKERTIJD 4 steken gelijkmatig breien? En hoe ziet dit er dan uit?

Ik kan aan je vraag niet precies zien wat je bedoelt, maar vermoed een tikfout.

Ik denk dat er staat dat je 1 naald recht moet breien en in die naald tegelijkertijd 4 steken gelijkmatig moet MEERDEREN.

Gelijkmatig betekent dan : over de hele naald verdeeld. Als je bijvoorbeeld 50 steken op de naald hebt, meerder (of minder) je een steek aan het begin na de kantsteek (dus na de 1e of 2e steek), eentje vlak voor het eind (de 48e of 49e steek), en om en rond de zeventiende steek (50 delen door 4) en om en rond de 34e steek.

Je hebt dan 2 kantsteken, een meerdering, 15 steken, een meerdering, 16 steken, een meerdering, 15 steken, een meerdering en nog twee steken., 50 steken plus de vier meerderingen, totaal 54 steken. Het komt niet op een steekje meer of minder wáár ze precies zitten, als het maar niet allemaal aan het begin, aan het eind of in het midden zitten.

Voor minderingen geldt natuurlijk hetzelfde, maar die doe je eigenlijk niet zo vaak verveeld, maar JUIST aan de kanten, de halskant of in het midden.

Toegevoegd na 1 minuut:
Oh, en hoe het er dan uitziet ?

Meestal heb je dan eerst een boord gebreid en ga je daarna over in tricot, waarbij je in die eerste rechte naald de meerderingen verdeeld. Het ziet er dan, als je nog ettelijke naalden verder bent, uit als een trui met een boord die iets strakker is dan de panden. Vaak gaat het maar om een paar steken, dus erg veel zie je er nis van. Als je netjes onzichtbaar meerdert, door het opnemen van een tussenlus of het breien van 2 steken uit 1 steek. Als je meerdert met een omslag, zie je op die plaatsen natuurlijk kleine gaatjes.

Toegevoegd na 15 minuten:
Voor minderen geldt eigenlijk in grote lijnen hetzelfde, alleen moet je nu niet een steek toevoegen, maar na de kantsteek 2 samenbreien, vlak voor het einde twee samenbreien, en rond de 17e en de 34e steek (in het voorbeeld van 50 , bij een ander aantal steken even door drie delen en kijken waar je 'zit') twee samenbreien. In plaats van samenbreien kun je ook de vorige steek over de volgende heenhalen.

Aan het eind van de naald heb je dan 50 - 4 is 46 steken over, waarbij er aan het begin en eind, en op 1/3 en 2/3 een steek geminderd is. Als je lang doorbreit, zie je dan dat het werk daaronder iets breder is dan daarboven, maar dat zal precies de bedoeling zijn. En als je het goed hebt gedaan, zie je er niks van, hooguit van heel dichtbij een dwarslusje als je hebt geminderd door overhaling. Van samenbreien zie je echt vrijwel niks terug.