Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

identificeren stoffen met redox reacties en zuurbase reacties en vlam kleuring hoe pak ik dit aan?

Je krijgt per groepje 3 vaste stoffen.
Toon met behulp van zuurbase-reacties of redoxreacties aan welke zouten dit zijn.
Je mag nu dus geen neerslagreacties gebruiken!!
Vlamkleuring alleen voor verschil kalium- en natriumionen.


Mogelijk zouten:
1. ammoniumchloride
2. ammoniumsulfaat
3. natriumacetaat
4. natriumbromide
5. natriumcarbonaat
6. natriumchloride
7. natriumhydroxide
8. natriumjodide
9. natriumsulfaat
10. natriumsulfide
11. natriumsulfiet
12. kaliumcarbonaat
13. kaliumchloride
14. kaliumbromide
15. kaliumjodide
16. oxaalzuur

- diverse vaste zouten, vraag Jasper naar aanwezigheid
- verdund zwavelzuur 1 M
- zoutzuur 1 M
- natronloog 1 M
- kaliloog 1 M
- schoonmaakazijn
- ammonia
- kaliumpermanganaat-oplossing (aangezuurd)
- waterstofperoxide-oplossing
- zetmeeloplossing
- lakmoes papier

Materialen:
- platina oogjes
- lucifers
- roerstaafjes

Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
6K
Erna55
7 jaar geleden
Waar lossen de zouten in op ?
Waarmee reageren ze ?
Hoe branden ze ?
Thecis
7 jaar geleden
Kan je hier Jasper ook niet naar vragen. Hij weet er waarschijnlijk meer van?

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (1)

Denk logisch na, dan kom je een heel eind:

1. ammoniumchloride --> Kenmerkende scherpe geur, daarna zelf uitzoeken
2. ammoniumsulfaat --> Kenmerkende scherpe geur, daarna zelf uitzoeken
3. natriumacetaat --> licht zurig, lakmoespapier
4. natriumbromide --> na oplossen bruinige kleur, vlamtest
5. natriumcarbonaat --> zuur erop, gaat bubbelen (best wel heftig), daarna vlamtest
6. natriumchloride --> lost op, geen speciale eigenschappen, pH neutraal, vlamtest
7. natriumhydroxide --> sterk basisch, lakmoespapier
8. natriumjodide --> iodide heeft als indicator zetmeel, zoek maar op hoe het verder werkt. Daarna vlamtest voor kleur (kalium of natrium)
9. natriumsulfaat
10. natriumsulfide --> Meurt als een bunzing
11. natriumsulfiet
12. kaliumcarbonaat --> zuur erop, gaat bubbelen (best wel heftig), daarna vlamtest
13. kaliumchloride --> lost op, geen speciale eigenschappen, pH neutraal, vlamtest
14. kaliumbromide --> na oplossen bruinige kleur, vlamtest
15. kaliumjodide --> iodide heeft als indicator zetmeel, zoek maar op hoe het verder werkt. Daarna vlamtest voor kleur (kalium of natrium)
16. oxaalzuur --> sterker zuur dan natriumacetaat, lakmoespapier

Nu blijven er 2 over, die mag je zelf opzoeken in je boek.
Nog een laatste hint, het proces van eliminatie is soms simpeler dan het proces van bewijzen. Ofwel, als er 1 ongeidentificeerd overblijft, is dat de laatste uit het rijtje (of van de mogelijkheden die nog open staan).

Toegevoegd na 2 minuten:
Voor de oxaalzuur, wellicht kan je het met lakmoespapier niet goed je antwoord krijgen. Echter is dit wel een 2-waardig zuur dus met titreren kan je er achter komen (want je mag met loog werken).
(Lees meer...)
Thecis
7 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding